Pagina's

zondag 2 mei 2010

Hoe snel?

Wat is de juiste snelheid. Om te lopen, leven, lezen? Heeft elke activiteit zijn optimale belevingstijd? Of is dit (weer) een subjectieve invulling? Het is zeker geen onzinnige vraag om af en toe te stellen in een wereld waarin alles almaar sneller dient te worden ingevuld, klaargemaakt, geleverd, beleefd en vergeten.

De poolreiziger en 19de eeuwse ontdekker John Franklin wordt door Sten Nadolny in ‘The Discovery of slowness’ beschreven als…’a man whose natural pace of living and thinking is portrayed as that of an elderly sloth after a long massage and a pipe of opium…’ Nochthans (of misschien dankzij zijn onvermogen tot handelen totdat hij een situatie volledig had doordacht) heeft Franklin heel wat bereikt.

Er valt wat te zeggen voor een bedachtzame temporisering. Zo hebben we gisteren deelgenomen aan de 10 K van Knokke. Traag vertrokken zijn we steeds sneller gaan lopen tot aan de aankomst. Niets negatiefs aan deze negative-split, enkel blijde gezichten aan de eindmeet. Met goed gedoseerde krachten komt men al een gans eind.

Zo moet ook Rosie Swale Pope hebben gedacht toen ze besloot rond de wereld te lopen. U leest het goed. In ‘Just a little Run around the World’ beschrijft ze haar vijf jaren durende odyssee met veel gevoel en tederheid. Na het verlies van haar man organiseert ze een liefdadigheid en beslist dan maar in één ruk om fondsen te werven met een spectaculaire loop rond de wereldbol. Ze doorstaat winterse nachten in het koude Siberië en Alaska, overleeft een aanrijding door een bus, praat zich uit een overval en komt met 53 paar afgesleten schoenen terug aan in Tenby, Wales. Hoe snel is snel?

Ligt de klemtoon niet op de beleving, het doorvoelen van een ervaring die zijn eigen tempo dicteert? Missen we niet teveel door de onderhuidse insisterende versnelling van al onze belevingen? Zijn we ook niet ‘hardwired’ middels onze zintuigen aan een aantal vaste ‘ideale’ tijdsintervallen. Parameters waarbuiten we onvermijdelijk een en ander missen, waar we fouten maken bij het wegschrijven van de informatie… die we dan krampachtig willen terugvinden in de vorm van verloren tijd?

Zo bestaat er een ideaal tempo om te reizen. Het is zeker niet aan het tempo van een vliegtuig schrijft Alain de Botton in de krant van 21 april (De Standaard – Opinie en Analyse). Hij stelt zich de vraag of het desoriënterende gevoel na een vliegtuigreis zijn verklaring niet vindt in het oude Arabische gezegde dat de ziel onveranderlijk met de snelheid van een kameel reist? We herstellen maar van de jetlag wanneer de ziel ons terug heeft ingehaald. Hij pleit ervoor om aan dit tempo te reizen: ’Dat nieuwe, wijdverbreide ‘kameeltempo’ zou reizigers wederom met een wijsheid begiftigen die hun middeleeuwse pelgrimvoorvaderen maar al te goed hadden gekend.’ Vertragen schept soms die broodnodige afstand die nodig is om zaken in hun juiste perspectief te zien.

Stop de tijd. Pak een boek. Rust.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten