Pagina's

dinsdag 29 juni 2010

Vakantie natuurlijk....

De beste boppers die op hun portie besprekingen zitten te wachten kan ik geruststellen. We zijn net terug uit vakantie en nemen vanaf volgende week de draad opnieuw op. We waren in Frankrijk waar we de schande van de 'bleus' van dichtbij hebben meegemaakt. Je hoorde of las niets anders meer. Ik kan me ook geen ander land voorstellen waar een actualiteitenprogramma op de radio eerst vrij woord geeft aan een filosoof die omstandig mag het morele en socio-culturele kader schetsen waarbinnen dit 'débacle' en 'échec' zich heeft afgespeeld, daarbij teruggrijpt naar historische filsofische discussies, er ook een weerspiegeling van het moreel verval van de huidige maatschappij inziet en in een beweging ook de verstrengeling van het grote geld en de topsport aan de kaak stelt, vooraleer de moderator de discussie laat beginnen. Knap!

In alle geval, stay tuned voor uw wekelijkse vertrouwde portie leeservaringen.

dinsdag 15 juni 2010

Hoe snel ? (2)

We hebben het hier al even gehad over de voordelen van het trage reizen. Meer en meer mensen raken overtuigd van het nut van een gezapig tempo, en dat niet alleen tijdens het reizen. De ‘slow movement’ beweging gaat verder dan het reeds gekende ‘slow cooking’. Zo pleiten ze ook voor een ander tempo bij het reizen, er is de ‘slow living’ (lees: mindfullness) en er zijn blijkbaar ook reeds trage steden. (Cittaslow) Gisteren nog met iemand gesproken die zijn vakanties thuis doorbrengt in de nabijheid van de frigo en de kelder want ‘zo heb je alles direct bij de hand’. Over die frigo gesproken. Je kunt op reis gaan en toch je frigo bij de hand houden zoals Tony Hawks bewees in zijn reisboek: ‘Round Ireland with a Fridge’.

Dit heeft aanleiding gegeven tot een soort van subgenre van het reisboek waarin allerlei knakkers een reis maken met een onverwachte insteek. Dan Kieran & Ian Vince schreven een boek over hun belevenissen met een oude elektrische melkwagen. Ze reisden ermee van de oostkust van Engeland (Lowestoft) naar Land’s End in het uiterste puntje van Cornwall. In ‘Three men and a float – Across England at 15 mph’ doen ze er een maand over om hun bestemming te bereiken. Minstens tweemaal per dag moeten ze de batterijen van de melkwagen opladen. Het wordt dus evenzeer een zoektocht naar de zin van het reizen, de dagelijkse stroomvoorziening (een speciale amperage is nodig waardoor ze hun wagen niet zomaar in een normaal stopcontact kunnen pluggen zonder de boel kort te sluiten), als naar de makkelijkste weg zonder al te grote heuvels of hoogteverschillen. Ze worden zowel door de techniek als door de ongeduldige medemens in de wagens achter hen zwaar op de proef gesteld. Gelukkig hebben ze als derde man Prasanth Visweswaran mee, een stoïcijns elektrisch ingenieur met dreadlocks en een caffeïneverslaving. Het boek leest vlotjes, net zoals de melkwagen (de ‘Mighty One’ genoemd) schijnbaar moeiteloos elk obstakel overwint. Daarbij is het geschreven in – wat ik denk een erkende hedendaagse dagboekstijl is geworden voor reisverhalen – half komisch, half ideologisch, associatief en informatief.

Toch zijn er twee elementen die na het lezen van dit boek blijven hangen. Mensen zijn behulpzaam. Bijna iedereen die ze tegenkomen helpt hen verder. De melkwagen blijkt een fantastische ijsbreker en ook helpt het om er als reiziger vredelievend uit te zien, niet bedreigend, heet dit dan. Je kunt bezwaarlijk een voertuig vinden met een hogere aaibaarheidsfactor. (Als dat zou bestaan voor wagens.)

Een tweede conclusie die de schrijvers maken, is dat het reizen uiteindelijk het doel om in Land’s End te geraken, oversteeg. De reis werd doel op zich. Het verplichte trage reistempo maakt hen opmerkzaam voor een hele reeks toestanden en gebeurtenissen die ze vanuit een sneller vervoermiddel niet zouden hebben waargenomen. Je hebt meer contact met de mensen en het landschap, en mijmeren en vertellen, halen het op foeteren en zich haasten. Wat begon als een vaag ecologisch project, werd al snel een filosofische oefening, een reflectie op de impact van de industrie op het landschap, de zonden van overijverige stadsplanners, en de voordelen van het nemen van je tijd. Het terugnemen van de tijd. Zie ze aan het werk in deze korte video.

maandag 7 juni 2010

America the Beautiful!

Ha!Merika! Een uitspraak die enige lagen van betekenis, ironie, mededogen of jaloezie laat vermoeden maar tevens de titel is van het grappige relaas van Marcel Vanthilts verblijf in Hollywood en omstreken. Een leuk boek om even tussen de soep en de patatten te lezen. Ik lees al jaren met een zekere fascinatie, boeken over dat land en had er deze week graag een drietal aan jullie voorgesteld.

Amerika oefent een vreemd soort magnetisme uit. Het intrigeert, het trekt aan en verwondert en soms stelt het ook teleur. Het is een land dat niet alleen is opgetrokken uit ellenlange highways, natuurparken, steden en diners maar ook is gedrenkt in symboliek en culturele referenties. Amerika is een Surf ’n turf, een Pic and Mix van ideeën, gevoelens, waanbeelden, helden, pathos, durf en waanzin, een cultureel smorgasbord, een cornucopia van betekenaars gepuurd uit films, boeken, strips, tv-series, nieuwsretoriek en recent ook het internet. Eenmaal op reis in dit land - versteend tot een hyperrealiteit waarin pretparken echter lijken dan de buitenwijken - is het moeilijk om de zaken te zien zoals ze zijn. Onherroepelijk schuift een waas van betekenissen over de realiteit, komt er een dikke laag symboliek tussen jou en de waitress die je koffie bijvult, zie je Freddy Krueger ’s nachts door de verlaten motelgang dwalen; lifters worden drifters elk met een eigen verhaal, je verkoopt, op een kruispunt ergens in de Mississippi delta, je ziel aan de duivel zoals Robert Johnson en dan wordt route 66 plots een archetypische snelweg die je al in zoveel incarnaties hebt bereden.

Stephen Fry was ook 'In America' en hij heeft er een documentaire en een boek bij gemaakt. In zijn zoektocht naar de diversiteit en de ziel van dit mythische ‘land of opportunities’ doorkruist hij alle staten, zwemt met haaien, praat met landlopers, proeft whisky, traint als brandweerman en gaat ijsvissen op de bevroren meren van Minnesota. Een leuk boek om de gigantische discrepanties, contradicties, en verschillen tussen al de uithoeken van dit uitgestrekte land wat beter in kaart te brengen.

Het gaat er serieuzer aan toe in ‘An Empire Wilderness’ van Robert D. Kaplan. Kaplan trekt doorheen Amerika en ziet een land in transitie. Een land dat ook meer en meer uit elkaar aan het vallen is langs breuklijnen gebaseerd op ras, inkomen en afkomst. Zijn overtuiging is dat Amerika de monoliet zich aan het heruitvinden is als een lappendeken van nieuwe identiteiten en samenlevingen te midden enclaves van verarmde steden. Een interessant boek met heel wat stof tot nadenken.

Tenslotte hebben we nog Martin Fletcher die in ‘Almost Heaven’ een reis doorheen de minder bekende streken en ‘backwaters’ van de Verenigde staten beschrijft. Zoals verwacht komt hij in contact met een serie kleurrijke figuren, bijna van de realiteit losgewrikte personaliteiten die zich elk in het onmetelijk symbolische landschap een niche hebben uitgegraven als slangentemmer, goudzoeker of prediker. Het wemelt in het boek van de excentriekelingen en Fletcher’s getuigenis laat ons weer een andere zijde van dit land zien dat wellicht nooit in één boek zal gevat worden.