Pagina's

dinsdag 12 januari 2010

Dictionary Man

De achttiende eeuw effende het pad voor een meer rationele wetenschapsbeoefening. De waanzinnige verklaringsmodellen – de ‘scientifica lunatici’die in de vorige eeuw aan de orde was, zoals zo mooi beschreven door Umberto Eco in ‘Het eiland van de vorige dag’- werden meer en meer vervangen door een prototypische wetenschapsbeoefening van falsificatie en verificatie. Wat helemaal niet betekende dat de kleurrijke ‘wetenschappelijcke’ figuren naar het achterplan werden verwezen. Integendeel, de achttiende eeuw is een tijdperk vol amateur wetenschappers, denkers en doeners die elk op hun terrein nieuwe ideeën poneerden, soms meer berustend op individuele ervaring, wensvervulling of confabulatie dan op sluitende bewijsvoering. Zo schreef de jurist Jean-Anthelme Brillat-Savarin (1755-1825), culinair journalist avant –la-lettre, nog in zijn ‘Physiologie du Goût’: dat ‘…personen die regelmatig chocolade gebruiken een gelijkmatige gezondheid genieten en veel minder geplaagd worden door allerhande kleine kwaaltjes die een gelukkig leven in de weg staan…en hun embonpoint blijft stationair, zoals iedereen kan waarnemen die op deze zaken let.’ (Het wezen van de smaak – Scepter uitgeverij – p. 85.)

Het was een bruisende periode vol filantropen met lange witte pruiken die literaire salons organiseerden en het was de eeuw van Samuel Johnson (1709 – 1784). Wie zegt u? Doctor Johnson, na Shakespeare de meest invloedrijke en bekende figuur in het Engels taalgebied. Een dichter, schrijver, criticus, lexicograaf en ‘man of letters’. De meest eminente literaire persoonlijkheid van het westers halfrond. Ten minste, als je zijn toenmalige (en huidige) fans mag geloven. Johnson bezat een encyclopedische kennis van de ‘klassiekers’ en van alle grote Engelse dichters en schrijvers. Gezegend met een ongelooflijk geheugen, kon hij ganse brokken tekst verbatim declameren. Hij was enorm welbespraakt en schiep er een duivels genoegen in zijn gesprekspartners met zijn talenten rond de oren te slaan. In elk gesprek trok hij het laken naar zich toe en zijn mening over andere schrijvers en kunstenaars werd de norm van een generatie. Hij was ijdel, hield van complimenten, kon absoluut niet tegen kritiek en wou voor niemand in een discussie het onderspit delven. Maar hij was ook een goede vriend, een weldoener; iemand met een groot hart. Fysisch was hij imposant, liep met een waggelende tred, werd geplaagd door een aandoening van de lymfeklieren (scrofula)en men vermoedt dat hij leed aan de ziekte van Tourette wegens zijn groot aantal tics en obsessies. Ik bedoel maar, als dr. Johnson in de kamer was, kon je er niet naast kijken. Veel van wat we weten over Johnson weten we door de biografie van zijn vriend en tijdgenoot James Boswell, die in ‘The life of Samuel Johnson’ diens leven, exploten en verbale schermutselingen minutieus beschrijft en aldus ook het portret vormt van een eeuw verlichte kunstenaars. Want Johnson was bevriend met de toenmalige ‘beau monde’. Met schrijvers, acteurs, filantropen, politici en dichters werd gediscussieerd, gelachen, en vooral ook veel gedineerd. Johnson had een goede appetijt en kon lekker eten appreciëren. Maar zijn meesterwerk, zijn huzarenstuk, zijn absolute nalatenschap was niet één van zijn essays, commentaren of reisverhalen maar het eerste echte woordenboek van de Engelse taal.

Johnson slaagde er namelijk in – men de hulp van een drietal klerken die vooral de aangeduide lemma’s en citaten dienden te kopiëren – het eerste lijvige woordenboek te maken de naam waardig. Het was zijn idee om voor elk woord niet alleen een verklaring op te nemen maar ook een voorbeeld te geven van het gebruik van het woord middels een citaat uit een ander werk. Het is maar door zijn encyclopedische kennis dat hij wist in welk boek hij een bruikbaar citaat kon vinden voor een woord. Het boek werd de standaard voor de Engelse taal tot de verschijning van de eerste druk van de Oxford Dictionary 150 jaar later, die dan wel weer heel wat woorden uit Johnsons woordenboek overnam.

Maar waarvoor hij nog het meest bekendheid verwierf, waren zijn uitspraken en aforismen. Hij liet ons een ongelooflijke hoeveelheid pertinente, speelse of doordachte uitspraken na zoals:

"Whatever is done skillfully appears to be done with ease; and art, when it is once matured to habit, vanishes from observation. We are therefore more powerfully excited to emulation by those who have attained the highest degree of excellence, and whom we can therefore with least reason hope to equal."
Johnson: Rambler #122 (May 18, 1751)

After we came out of the church, we stood talking for some time together of Bishop Berkeley's ingenious sophistry to prove the nonexistence of matter, and that every thing in the universe is merely ideal. I observed, that though we are satisfied his doctrine is not true, it is impossible to refute it. I never shall forget the alacrity with which Johnson answered, striking his foot with mighty force against a large stone, till he rebounded from it -- "I refute it thus."
Boswell: Life of Samuel Johnson.

"Beauty has often overpowered the resolutions of the firm, and the reasonings of the wise, roused the old to sensibility, and subdued the rigorous to softness."
Johnson: Rambler #113 (April 16, 1751)

Johnson is ook een veel gekarikaturiseerde figuur. Een dankbare rol voor een acteur. Robbie Coltrane heeft Dr. Johnson meedere malen gestalte gegeven. Maar eindigen we op de wat lichter noot met zijn versie van Johnson in Blackadder the Third. Hilarisch, nog steeds.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten