Pagina's

zondag 12 juli 2009

Marathon Man...

Het moest er wel eens van komen. Je begint meer te lopen, het gaat vlotter en om een of andere reden kun je blijkbaar niet weerstaan aan die ongerijmde en vage lokroep om een marathon te lopen. De onbestemde angst om te falen haalt het niet van de nieuwsgierigheid en de wil je grenzen op te zoeken om te zien wie daar woont. Om te weten, hoe ver je het uiteindelijk kunt drijven. Enige vorm van pathetiek en dweepzucht met de symbolische heraldiek van de marathon zijn me niet vreemd. Ik zag mezelf dus met moed en volharding de 42 km uitlopen, uitgeput en voldaan, met triomfantelijke gebaren en alle pijn verbijtend de aankomstlijn passeren.

Maar hoe begin je hieraan, hoe train je hiervoor? Via een vriend kwam ik in contact met de Managers Marathon Club (MMC). De coach van de MMC is een fenomenale figuur. Wilfried Silon is een gedreven man die reeds honderden enthousiastelingen heeft geholpen bij het bereiken van hun marathondroom. Hij staat zijn lopers bij met raad en daad, soms met een strenge terechtwijzing, meestal met een vaderlijk schouderklopje. Hij stelt je persoonlijk trainingsschema op en dit zowel op basis van je fysieke conditie als een medisch verantwoorde inspanningstest in de loopkliniek. Wilfried is er om elke twijfel en dipje op te vangen, hij staat er met water en bananen tijdens die ellenlange duurtrainingen en hij staat ook breeduit te glunderen aan de aankomstlijn van je eerste marathon, alsof hij hem zelf had gelopen. Zijn boek 'Durven Dromen' is er voor iedereen die deze afstand ambieert. 'Durven Dromen' is niet alleen een terugkijk op 20 jaar MMC maar een warm en bezielend pleidooi om die marathondroom waar te maken. Lopers getuigen over hun trainingen en marathons, praten over hun ervaringen en beweegredenen, bekende sportlui doen hun duit in het zakje, legendarische marathons worden besproken...Kortom een breed en begeesterend marathonboek. Wat je er niet in zult vinden zijn trainingsschema's omdat die - in de MMC filosofie - aan het individu moeten aangepast zijn.

Na een tweetal jaren trainingsopbouw onder het alziend oog van Wilfried was ik klaar om mijn eerste marathon aan te vatten. Een beetje nerveus en na een slechte nachtrust verscheen ik aan de start van de London Marathon. Maar toen het startschot weerklonk, viel al die frustratie en onzekerheid van me af en ik liep de race uit als in een droom. Jazeker, er was pijn en vermoeidheid, er was afzien en vloeken maar het lopen ging vlot, de benen werkten mee en ik bereikte de eindmeet met een zekere energiereserve. Een drietal jaar later zou ik hem een tweede keer lopen onder een lichte, fijne regen en er - bijna als in een roes - mijn beste marathontijd neerzetten.

Maar het gaat niet altijd zo vlot. Er zijn marathons geweest waarbij ik echte tikken heb gekregen, waarbij het me bijna zwart voor de ogen werd. Het is doorbijten als je merkt dat je niet goed zit op km 25...wetende dat je met moeite over de helft bent. En het is ook vloeken en strompelen als kniepijn na 35 km (en dat bij twee opeenvolgende marathons), roet in het eten komt gooien en je tempo te laag wordt om je streeftijd te halen.

En toch...De marathon moet iets teruggeven anders blijf je niet lopen. Want de vraag is niet: Waarom loop je een marathon? (De woorden 'jij zot' laten de meeste mensen wel op aan het eind van de zin vallen.) Maar wel: Waarom loop je een tweede,en een derde..en zo verder. Haruki Murakami probeert hier ook de vinger op te leggen in 'Waarover ik praat als ik over hardlopen praat'. In dit boek waar hij openlijk zijn liefde voor de marathon en andere duursporten belijdt, probeert hij aan te geven waarom hij loopt, wat het lopen hem teruggeeft. Want dat het iets teruggeeft is zeker. Waarom zouden anders zoveel mensen die nooit-aflatende trainingen, dat vroege opstaan, dat occasioneel blessureleed voor lief nemen als het hen niets zou opleveren? Het euforisch gevoel aan de aankomst - dat soms nog dagenlang als een drug door je bloedbanen suist - alleen is niet voldoende om die verknochtheid aan dat lange lopen te verklaren. Je hebt natuurlijk de cornucopia aan weldadige invloeden op het lichaam dat fitter en gezonder wordt maar je hebt ook een massa - en individueel verschillende - minder tastbare voordelen.

Voor mij is het zo dat de diepere connectie met mijn zwoegend lichaam me een zekere zekerheid en evenwicht biedt en dat de opvolging van de trainingen een rustgevende regelmaat introduceert die verslavend werkt. Ten slotte is er nog een moeilijk in woorden te vatten, ontsnappend 'iets' dat naar boven komt tijdens een training. Een soort van gelukzaligheid dat nog het best met een 'leegte' is te vergelijken maar een 'leegte' als een soort van noodzakelijk fundament voor de losgeslagen en alle kanten uitschietende gedachten die ongestuurd door je brein flitsen tijdens de rest van de dag. De Boppers verwachten nu dat ik oproep om een marathon te lopen. Maar dit is niet het geval. Die lokroep moet uit jezelf komen...maar als je goed luistert is daar toch altijd iets dat trekt en duwt...misschien is het wel de oerloper in ieder van ons en herinnert het zich vaag hoe we vroeger over de uitgestrekte steppes en savannes ons eten achterna liepen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten