Pagina's

maandag 5 april 2010

J’ai eu une crise cardiaque, ce qui prouve que j’ai un coeur…’

Wat blijft over na de provocaties, de mediarelletjes en de vele affaires? Wat is de werkelijke erfenis van het enfant terrible van het Franse chanson? We hoeven niet ver te zoeken. Serge Gainsbourg, (geboren Lucien Ginsburg te Parijs, 2 april 1928 en er gestorven op 2 maart 1991) was zowel dichter, zanger, componist, als acteur en regisseur. Oorspronkelijk geïnteresseerd in de schilderkunst, en na een ietwat stroef begin als gekunstelde zanger van ‘typische’ chansons, wordt hij pas bekend wanneer andere vertolkers met zijn teksten hit na hit scoren.



‘Je fais pas de concessions, je me prostitue un peu, mais pas dans les banlieues.’

Ontelbare muzikale pareltjes heeft hij ons nagelaten in zijn zoektocht naar een nieuwe reïncarnatie van het Franse lied. Op zoek naar een ideale formule waarbinnen de grenzen van deze kunstvorm continu in vraag werden gesteld, verknipte hij de Franse taal in een spel van metaforen, klanknabootsingen en poëtische verdichtingen waardoor zijn getoondichte erfenis kan vergeleken worden met een vorm van muzikale origami. Hoe - door één blad taal lukraak uit het Franse woordenboek te scheuren - en door minutieus vouwen en plooien, een melodieus ‘kleinnood’ te kunnen afleveren, volledig afgerond in vorm en betekenis, en niet zelden gespeend van finesse, humor en een diepere waarheid.

‘Je ne suis pas Brassens. Lui, c’est un peintre classique. Il n’as pas de problème de forme. Moi, je remets tout en question.’

Zo viel ik onlangs op een klein boekje dat me al heel wat plezier heeft verschaft en me en dieper respect heeft bijgebracht voor de liedjessmid. Ik ben geen Bart Van Loo, maar met een goed woordenboek in de hand kom je al een gans eind in ‘Serge Gainsbourg. Pensées, provocs et autres volutes.’ (Livre de Poche 30762) ’s Mans verzamelde uitspraken en tekstflarden laten iemand zien die zichzelf niet al te serieus nam maar toch nadacht over dingen, die op een unieke creatieve manier vertaalde en ons zo liet zien dat het verschil tussen ‘kleine’ en ‘grote’ kunst veeleer artificieel is en dat men zelfs met zoiets nederigs als een liedje, toch grote dingen kan zeggen.

‘ça fait VLAM! Ça fait SPLATCH! Et ça fait CHTUCK! Parfois même PFFF! SHEBAM!’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten