Pagina's

vrijdag 19 maart 2010

Born to Run...

Funrunners zeggen wel eens dat marathonlopers getikt zijn. Wij marathonlopers zeggen hetzelfde van ultralopers; die zijn pas geschift. Wie loopt er nu 60 km of meer? Maar ze bestaan. In ‘Born to Run’ maken we kennis met een stam indianen die onder lange afstandslopers een mythisch statuut hebben bereikt: de Tarahumara indianen uit de Mexicaanse ‘Copper Canyons’.

Christopher McDougall, loper en journalist, gaat naar deze superlopers op zoek en vindt ze uiteindelijk met wat hulp van ‘Caballo Blanco’, een enigmatische drop-out die zijn dagen vult met lopen en er van droomt een wedstrijd in te richten tussen de Tarahumara en het kruim van de hedendaagse ultralopers. Zal dit wel lukken? De Tarahumara zien lopen als een feest, een manier om de banden tussen families en dorpen nauwer aan te halen…niet als een wedstrijd. Iedereen loopt er. Zowel jong als oud doen mee aan het populaire loopspel dat inhoudt dat men als één team (tot dagenlang) achter een bal aanholt…op sandalen!

En zo komen we tot een van de hoofdthema’s van dit vlot geschreven relaas. De Tarahumara lopen zonder gesofisticeerd materiaal massa’s kilometers…onder een moordende zonnehemel…zonder blessures …en dit een leven lang. McDougall bouwt zijn betoog rustig op en baseert zich op heel wat wetenschappelijk materiaal om aan te tonen dat de beste manier van lopen, het lopen op blote voeten is. Het aantal blessures onder westerse lopers is sinds de introductie van de moderne loopschoen enkel gestegen. Je zou denken dat de schoen ons beschermt tegen blessures. Maar de voet houdt er niet van ingeklemd te zitten. Vele medische wetenschappers erkennen dit. De voet moet kunnen afrollen en de ondergrond correct kunnen inschatten, niet gemedieerd door de dikke zool van onze high-tech loopschoenen.

McDougall krijgt uiteindelijk een aantal toplopers bereid om deel te nemen aan de race. Ook Scott Jurek, een internationaal bekende ultraloper en veelvuldig kampioen, daalt af naar de Copper Canyons waar de race zal plaatsvinden. Het wordt een memorabele wedstrijd..maar wat overblijft is het wederzijds respect, de intense voldoening en het pure loopplezier.

Dit is de tweede stelling van het boek. Het lopen zit in ons. Het is een natuurlijk product van de evolutionaire keuzes die we als oerjager reeds vroeg hebben gemaakt. Hoewel we niet de snelste lopers waren op de savanne, hebben we wel het ‘persistence hunting’ ontwikkeld om onze prooien uiteindelijk tot uitputting te dwingen. Als mens zijn we unieke lopers, daar we onze temperatuur kunnen reguleren via onze huid en niet via de mond zoals veel andere zoogdieren. Onze ademhaling is ook onafhankelijk van onze tred. Niet zo bij dieren die bij elke pas slechts één ademteug kunnen nemen. Wij kunnen dus blijven rennen, antilopen en ander lekkers niet! Dus gaan ze uiteindelijk in warmteshock. Deze manier van jagen kon tot in de vorige eeuw nog worden waargenomen onder de bushmen van de Kalahari woestijn.

Born to Run indeed Boppers! Het boek eindigt met een pertinente vraag. Als we toch allemaal lopers zijn, waarom lopen dan zoveel mensen niet graag? Hier blijken eeuwenoude reflexen nog ons gedrag voor te schrijven. Ons brein herinnert er ons voortdurend aan ons niet te vermoeien. Om krachten te sparen. Dat was vroeger goed advies. Het kon altijd gebeuren dat na een dag lopen en jagen er plots een troep hyena’s ongevraagd op de lunchafspraak verscheen en we ons uit de voeten moesten maken. Maar die situaties komen nu veel minder voor. Toch loopt dit ‘rust’-imperatief nog door waardoor we liever op de sofa blijven zitten wanneer een fikse loop in het lentefrisse weer een beter alternatief zou zijn!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten