Pagina's

vrijdag 19 februari 2010

Getting even...

Een goed boek is soms gewoon niets anders dan een manier om even weg te zijn. Het brein is van een dergelijke goedertierendheid dat het ons toelaat middels een aantal gedrukte woorden een wereld van nieuwe ervaringen te ontsluiten. Onze frontale cortex gaat bovendien storende stimuli even buitensluiten zodat we ons ongegeneerd kunnen overgeven aan een tijdelijk avontuur. Ons empathisch vermogen - een ander overgeërfd overlevingsmechanisme - zorgt er voor dat we meegezogen worden in de avonturen van de protagonist.

Een specifiek thema dat regelmatig terugkeert, is de nood aan wraak voor aangedaan onrecht. Hoe 'haat' de hoofdpersoon zich wreken en gaat hij gelouterd, verteerd of gelaten de eindmeet halen? Het houdt ons blijkbaar bezig. Er zijn studies die aangeven dat ook dit een overgeërfd behoudsgezind mechanisme is. Bij moord houdt de onmiddellijke weerwraak door de clan tevens de boodschap in dat men niet ongestraft iemands leven neemt. Het is dus - paradoxaal genoeg - een trap hoger op de ladder naar een beschaafde samenleving.

Een boek dat generaties lezers aan de leesstoel gekluisterd heeft gehouden, is Alexandre Dumas' 'De Graaf van Mont-Christo'. Er wordt Edmond Dantes zoveel onrecht aangedaan dat de lezer zich eveneens ontzet voelt en niets anders kan dan Dantes barok uitgewerkte wraakplannen toejuichen. Het is een klassieker. En klassiekers keren altijd terug.

Zo kreeg ik een déjà-vu, toen ik vorig jaar 'The Stars' Tennis balls' van Stephen Fry las. Ik had maar na enkele hoofdstukken door waar het verhaal naar toe leidde. Maar plots valt dan die frank. Het boek is een getrouwe maar inventieve herschrijving van Dumas' boek in een geheel nieuwe en meer moderne setting. Weer liet ik me meeslepen, ditmaal met de ongelukkige avonturen van Ned, Dantes' kloon.

Een ander wraakverhaal waarbij de protagonist zich bijna verliest in zijn haatgevoelens is het bekende 'The stars my destination' van Alfred Bester. Gully Foyle wordt aan zijn lot overgelaten na een schipbreuk en gaat op zoek naar de schuldigen. Tijdens zijn zoektocht transformeert hij zichzelf van een ruwe op wraak beluste onhebbelijke barbaar tot een intelligent en geschoold individu. Maar zijn gewelddadige natuur kan hij niet loochenen en zijn woedeaanvallen blijven zichtbaar doorheen zijn verwijderde oude gezichtstatoeages als rode striemen. Geschreven in de jaren '50 kon het net zo goed hedendaagse cyberpunk zijn. De leefwereld waarin Gully zijn gelijk wenst te halen is uiterst creatief vorm gegeven. Weer een klassieker. Voor alle duidelijkheid, het is vintage SF.

Dus Boppers, omhels eens het wraakthema, maar dan wel vanuit de leeszetel en proef de zoete overwinning van Edmond, Ned en Gully als een antigif voor die gevoelens van frustratie wanneer je op de baan weer eens door een agressieve chauffeur ei zo na van de weg wordt gereden.

dinsdag 16 februari 2010

Alternatieve geschiedenislessen van Tarantino en Philip K. Dick

Vorig weekend heb ik ‘Inglourious Basterds’ van Tarantino gezien. Een aantal iconografische scènes blijken enkele dagen later nog steeds als een nabeeld vast te kleven op mijn netvlies. Kleurrijke visuele echo’s schuiven over alledaagse grijze taferelen.

Zijn liefde voor film druipt duidelijk van elke frame. OK, er waren weer wat bloederige intermezzo’s bij, maar het eindresultaat is een feest voor liefhebbers van Tarantino’s cinefiele universum. Beter dan ‘Pulp Fiction’ of ‘Reservoir Dogs’? (Indien dat mogelijk zou zijn.) Nee. Daarvoor zijn de dialogen net niet goed genoeg. De film geeft echter voldoening op een ander niveau door een loopje te nemen met de officiële geschiedenis. De avonturen van Brad Pitt en zijn kompanen spelen zich namelijk af op een alternatieve tijdlijn. Een gekend procédé en literair subgenre: ‘alternate history’.

Zo herschrijft Philip K. Dick in ‘The Man in the High Castle’ een Amerika na de tweede wereldoorlog dat zucht onder een Japans-Duitse bezetting. Dick is verantwoordelijk voor heel wat klassiekers. ‘Do Androids Dream of Electric Sheep’ werd door Ridley Scott verfilmd als ‘Blade Runner’. ‘Total Recall’, ‘Paycheck’, ‘Minority Report’ en ‘A Scanner Darkly’ werden eveneens verfilmd. Allen hebben ze dezelfde onderliggende paranoïde thema’s: het vervagen van de grens tussen realiteit en fictie. Wat is echt, wat is niet echt? Dick zag het verschil ook niet altijd goed. Veel van zijn boeken schreef hij onder invloed van geestesverruimende middelen. Hij had last van visioenen en was er op een bepaald moment van overtuigd dat iemand anders zijn lichaam had overgenomen. Leuk is anders. Doch laat dit geen hinder zijn voor jullie leesplezier. Integendeel. Ondanks het feit dat Dick de ‘I Ching’ gebruikte om de plot van zijn boek te bepalen (!) is het werk een belangrijke alternatieve-geschiedenis novelle die in 1963 de Hugo Award won en door zijn diverse verhaallijnen, plotwendingen en beschrijvingen van een leven onder een totalitair bewind, in ieders bibliotheek thuishoort.

Dus Boppers, maak een kopje geestesverruimende lindethee en laat Dicks verbeelding – al is het maar voor eventjes – de fundamenten van uw realiteitsbesef aantasten.

Hieronder een clip uit ‘A Scanner Darkly’. Eerst werden de scènes gefilmd en daarna overtekend (rotoscoping)wat leidt tot een heel speciaal resultaat en een aangename versmelting tussen vorm en inhoud.

maandag 8 februari 2010

On the Road to Nowhere...

Vorige week heb ik ‘The Road’ gezien, gebaseerd op het gelijknamig boek van Cormac McCarthy. Het boek had me indertijd danig geraakt. Het relaas van een vader en zoon die in een desolaat en mistroostig Amerikaans landschap onderweg zijn naar het zuiden, na wat blijkbaar een verwoestende ecologische ramp van gigantische proporties was, terwijl ze uit de handen proberen te blijven van kannibalen en andere rapalje, is een hartverscheurende leeservaring. In het begin hoop je nog mee met de protagonisten op een betere toekomst, maar algauw wordt het duidelijk dat elk sprankeltje hoop vakkundig door McCarthy wordt weggegomd. Ik bedoel maar; het houdt niet op. De strijd om te overleven wordt harder en harder, en de keuzes die de personages maken om in leven te blijven, zijn dikwijls ten nadele van andere verloren zielen die ook maar proberen wanhopig aan te klampen aan wat slechts een vervagende illusie van een bestaan is. Wat ik wou zeggen: er zijn meer opbeurende boeken.

Ik was dus voorbereid op de film. Dacht ik. Blijkt dat het nog altijd triester en weemoediger kan. Sip en somber had ik verwacht, maar naargeestig en moedeloos heb ik gekregen. In dat opzicht…een dijk van een film dus. Viggo Mortensen brengt de voortdurende spanning, angst en vrees van de vader om zijn zoon tastbaar op het scherm. En Kodi Smit-McPhee, die in de huid van ‘the boy’ kruipt, is fenomenaal. Soms mag ik peinzen over waar een kindacteur de kracht en de innerlijke middelen haalt, om een dergelijke acteerprestatie neer te zetten. Doch dit ter zijde. Een vraag die me na het zien van een soortgelijke film meer bezighoudt, is de volgende: is onze beschaving waarlijk maar een dun laagje vernis? Is het zo dat wanneer we met een situatie worden geconfronteerd waar we samen moeten zien te overleven, we plots niets meer zijn dan een meute elkaar verslindende honden. Ik hoop op het tegendeel, maar vrees van niet.

Er zijn postapocalyptische verhalen met een lichtere toets, maar toch is er altijd weer op de achtergrond die vrees voor een regressie naar barbarij en onmenselijkheid. Vandaar dat thema’s van theologische en filosofische aard mee aan het oppervlak komen. In ‘Deus Irae’ van Philip K. Dick en Roger Zelazny (ah…old skool…love it!), vertaald als ‘De god der gramschap’ krijgt Tibor McMasters, een acolyt van een sekte die de oorspronkelijke aanstoker van de grote vernietigingsoorlog vereert, de opdracht om deze ‘God’ der gramschap af te beelden. Tibor is een begenadigd artiest, maar heeft kunstarmen en moet in zijn karretje worden voortgetrokken door een koe. Met een discipel van de Uitdovende Christelijke Kerk gaat hij op zoek naar deze man om hem als de schepper van een nieuwe wereldorde te vereeuwigen. Ook hier krijgen we geen antwoord op het waarom, maar aarzelen de schrijvers niet de vraag te stellen naar de aard en noodzaak van een God. Het is een prachtig, ietwat verouderd, maar mooi geconstrueerd verhaal.

Nog lichter van toon wordt het in een van de verhalen uit de bundel ‘The Martian Chronicles’ van Ray Bradbury. In ‘The Silent Towns’ is Walter Gripp, de enige overgeblevene op de Martiaanse kolonies nadat iedereen terug naar de Aarde is gevlucht. Of niet? Plots hoort hij in een verlaten huis een telefoon rinkelen. Uiteindelijk slaagt hij erin contact te maken met de laatste vrouw op Mars die eveneens in de overtuiging was dat ze de laatste mens op de planeet was. Walter reist uitgelaten naar waar de vrouw verblijft en in zijn verbeelding neemt ze hemelse proporties aan. Geneviève blijkt uiteindelijk een zwaarlijvige chocolade verslindende vrouw te zijn die hem zodanig op de heupen werkt dat hij terug voor het celibaat en de eenzaamheid kiest.

Zo zie je maar, voor éénieder het postapocalyptische landschap van zijn dromen. Maar denk eens na Boppers, vanavond in het warme bedje…hoe zouden wij het er vanaf brengen ‘on the Road’…terwijl de meutes kannibalen achter ons aan zitten.

maandag 1 februari 2010

In de donkere uren...

Het leven kan je toelachen. Wanneer je op een zonovergoten terras rustig zit te genieten van een heerlijke rosé. Wanneer je met een goed boek gezellig in bed de uren ligt weg te lezen. Je kunt je in topconditie voelen wanneer dat duurloopje je geen enkele inspanning kostte. Maar dan stap je in een overvolle lift die blijft hangen tussen twee verdiepingen en je meent een rookgeur gewaar te worden. Of je neemt de Eurostar die even later stilstaat in het midden van de tunnel onder de Noordzee en in gedachten zie je het zeewater langzaam binnensijpelen doorheen de scheuren in de zachte kalksteen. Of je loopt over het kerkplein en midden het plein voel je je plots overmand door een panische angst. Het zweet breekt je uit, je hart gaat uitzinnig te keer en je keel wordt gortdroog.

Iedereen van ons heeft wel in mindere of meerdere mate last van een huis-, tuin of keukenangstje. Laten we elkaar geen mietje noemen. Het is nu eenmaal zo. Sommigen kunnen het gewoon beter wegsteken dan anderen. Het is net deze aanwezigheid van onze eigen ongrijpbare en soms irrationele schrikreactie die ons in staat stelt mee te leven met de penibele en levensbedreigende situatie van de held of heldin in een avonturenverhaal of film.

Persoonlijk heb ik een fascinatie voor duikboten. Soms stel ik mij de vraag of ik een reis onder het poolijs of langs de stille dieptes van de Stille Zuidzee met een duikboot zou durven meemaken? Hoogstwaarschijnlijk wel maar toch word ik heen en weer geslingerd tussen mijn mateloze interesse voor deze sierlijke Behemoths van de diepzee en mijn knagende angst om in een dergelijk gevaarte vast te komen zitten terwijl het ijskoude water steeds meer compartimenten onder water zet.


Misschien verklaart dit wel mijn interesse in aanverwante literatuur. ‘Blind Man’s Bluff’ vertelt de geschiedenis van de spionageactiviteiten van de Amerikaanse marine en hun duikboten tijdens de hoogdagen van de koude oorlog. Dit boek leest als een thriller en neemt ons mee in een wereld waar stalen zenuwen, lef en koelbloedigheid op het curriculum van elke onderwatermatroos stonden. ‘The Hunt for Red October’ en ‘Das Boot’ vallen nogal licht uit in vergelijking met sommige exploten die in het boek worden beschreven.

In het ongewoon spannende boek van Peter Maas ‘The Terrible Hours’ wordt het verhaal verteld van de ‘Squalus’ een duikboot die zonk naar de bodem van de Noord Atlantische oceaan. Dit relaas vat de tergende onzekerheid van de bemanning en het thuisfront terwijl Swede Momsen en zijn team een reddingsactie op touw zetten die na 39 nagelbijtende uren uiteindelijk leidt tot de bevrijding van 33 bemanningsleden. Swede was een onderzeematroos die gans zijn leven had geijverd voor meer veiligheid aan boord van duikboten. Hij was de uitvinder van heel wat levensreddende toestellen zoals de ‘Momsen Long’.


De 118 opvarenden van de ‘Kursk’ hadden niet zoveel geluk. Ruslands’ ergste onderzee tragedie wordt opnieuw tot leven gebracht in ‘Kursk’ door Peter Truscott. Je blijft aan je stoel genageld zitten bij het lezen van dit trieste verhaal dat ons gelijktijdig ook een blik gunt in Putin’s Rusland en zijn toenmalige regime. Een regime in transitie dat er niet in slaagde een coherente reddingsoperatie te organiseren en aldus zijn bevolking danig teleurstelde.

Ja Boppers, dan blijven we toch liever op het droge wat wegdromen. En slikken we nog even dapper vooraleer we de Eurostar opstappen voor een citytripje. En oh boy, ben ik telkens blij als we aan gene zijde aan de bovenkant komen.